Calcium-zouten

Dr. Léon Vannier gebruikt in zijn boek Les originer et Pavenir de Phonzoeopathie (zie literatuurlijst) de term 'calcistat' naar analogie van het woord 'thermostaat'. Hij bedoelt hiermee dat de Calcium-zouten invloed hebben op de vorming van de eiwitstructuur, waardoor de mens een bepaalde lichaamsbouw ontwikkelt en ook andere eigenschappen, zoals gedrag en aanleg voor bepaalde ziekten. Hij onderscheidt drie hoofdtypen. Hiervan zijn natuurlijk verschillende combinaties. Deze hoofdtypen zijn: De Calcium carbonique, de Calcium phosphorique en de Calcium fluorique. De kenmerken in ongecompliceerde vorm vindt u hieronder.

 

De carbonique:

ledematen en wervelkolom staan iets in flexiestand, de houding van de vroegere landarbeider. Het is een doorzetter. Hij heeft een uitgesproken eigen mening, die hij moeilijk loslaat. Werkt graag zelfstandig en maakt het werk graag achter elkaar af. Daarna mag een ander zijn mening erover wel zeggen.

Beroep: zelfstandig, met eigen verantwoordelijkheid. Als huisarts heb ik daarin vaak raad gegeven aan ouders 
           en ook vaak  kunnen begrijpen, waarom iemand het in zijn werk niet kon uithouden. Dan is medicatie bijzaak.

Voorkeur voor eten: vlees, eieren en brood. Een ziek kind eet, zo mogelijk, kalk van de muur.

Ziekten: meestal gezond, maar wel aanleg voor allergie.

 

De phosphorique:

de ledematen en wervelkolom staan recht. De lichaamsbouw is lang en smal, maar goed geproportioneerd. Bij een kind kan de lengtegroei te snel gaan, waardoor het voorover gaat lopen. In dat geval is behandelen met Calcium phosphoricum D12 geïndiceerd. Dit verbetert nier alleen de houding, maar ook de studie en het uithoudingsvermogen voor sport en andere lichamelijke energiebehoeften. De phosphorique vraagt om aandacht en gedraagt zich opvallend correct in houding en kleding.

Beroep: met publiek, zoals toneelspeler, leraar, een verzorgend beroep.

Voorkeur voor eten: rookvlees en ander pikant bewerkt vlees, rauwkost, frisdrank, ijs.

Ziekten: aanleg voor ziekten van de luchtwegen, vroeger vaak tuberculose. Neigen tot asthenie.

 

De fluorique:

de ledematen staan in overstrekking. De wervelkolom is slordig gevormd, met overdreven scoliose en kyfose. In zijn jeugd is de fluorique erg lenig. Bij het ouder wordt hij snel stijver en eventueel arthrotisch. De tanden staan onregelmatig en regulatie is meestal nodig. Ook is het gebit snel carieus. In houding en kleding is hij slordig en schopt graag tegen de bestaande orde aan. Daarbij wordt hij geholpen door zijn talent om in een debat erg slagvaardig te zijn.

Beroep: is een bokser. Levert graag een flinke prestatie in een niet te lange tijd en moet dan rusten. 
           Vertegenwoordiger, marktkoopman, uitvinder en dergelijke beroepen.

Voorkeur voor eten: geen duidelijke voorkeur. Sterk wisselende eetlust. Is hij moe door studie, dan eet hij niet, 
             maar is hij moe door lichamelijke inspanning, dan bunkert hij schrokkerig.

Ziekten: degeneratieziekten

 

Volgens Vannier zijn deze typen ontstaan door de aard van de bodem waarop de mensen van generatie op generatie hebben gewoond en door ziekten die in die streken veel heersten. Bijvoorbeeld tuberculose in verband met de phosphorique en syfilis in verband met de fluorique. De carbonique vertegenwoordigt dan de norm, maar heeft aanleg voor auto-immuunziekten.
Later beschrijft Vannier nog een andere groep in zijn boek.

- Les canceriniques et leur traitement bontoeopatbique (zie literatuurlijst).

Deze groep, de canceriniques, benoemt hij niet met een Calcium-zout. Voor de therapie noemt hij een reeks drainagemiddelen en specifieke desensibilisariemiddelen. Aangezien carcinoom nogal eens wordt gezien als een virusziekte en Arsenicum album een belangrijk middel is tegen sommige virusziekten, lijkt het logisch die cancerinique-groep dan te rangschikken onder Calcium arsenicosum. Bij dat middel komt carcinoom echter niet vaker voor dan bij de andere Calcium-zouten, eerder minder. In Kent wordt vooral Calcium carbonicum aangewezen als middel regen carcinoom. Vannier noemt geen enkel Calcium-zout bij behandelen van carcinoom. Ter desensibilisatie wel: Sulfur, Lycopodium, Lachesis, Causticum Hahnemanni en Thuja.

Voor algemeen gebruik is het wel nuttig de drainagemiddelen te noemen die hij gebruikt: Ascerias rubens, Badiago, Calendula, Carbo animalis, Carduus marianus, Ceanothus, Cereus bonplandii, Chelidonium majus, Chimaphila, China, Cholesterinum, Cinnabaris, Condurango, Conium maculatum, Euphorbium, Formica rufa, Helonias, Hoang nan, Hura braziliensis, Hydrastis, Ornithogalum, Phytolacca, Ruta, Sarsaparilla, Scrofularia nodosa, Sedum acre, Solidago virga en Thlapsi bursa pastoris. Wie vastgeroest zit aan bepaalde drainagemiddelen doet er goed aan om dit lijstje nog eens door te lezen, want ook een drainagemiddel moet voldoen aan de similia-regel! De strekking van dit boek laat niet toe om de Calcium-zouten uitvoerig te bespreken, maar ik wil wel graag enkele ervaringen doorgeven.