Carcinominum
In Nederland gebruikt men de naam Carcinominum, in andere landen ook wel Carcinosinum. Het gaat echter om twee verschillende middelen, waarvan de oorsprong niet gelijk is. Carsinosinum wordt bereid uit meerdere vormen van Carcinoom, terwijl Carcinominum wordt bereid uit mammacarcinoom.Foubister beschrijft in The British HomoeopathicJournal (nr 3, juli 1958) waarom hij belangstelling kreeg voor deze nosode.
Hij zag bij een tweeling, die werd gezoogd door een moeder met mammacarcinoom, de volgende verschijnselen: blauwe sclerae, veel bruine vlekken en ook café-au-lait-kleurige gelaatstint. Ook sliepen de kinderen slecht. In de familie-anamnese kwam niet altijd carcinoom voor. Bij onderzoek dat hij later verrichtte, zag hij ook wel diabetes, tuberculose, pernicieuze anemie en leukemie. Foubister zag tien dagen nadat hij Carcinominum voor het eerst had gegeven, een stijging van de temperatuur. Opvallende ziekten bij deze kinderen noemde hij diarree of constipatie en acidose. De eerste negen maanden slapen de kinderen in knie-elleboogpositie (Kent beschrijft deze houding alleen bij Medorrhinum). Bij oudere kinderen ziet men de knie-elleboogligging ook bij Tuberculinum, Phosphorus, Sepia, Lycopodium en Calcium phosphoricum. Carcinominum heeft na de negen maanden als slaaphouding vaak rugligging, met de handen boven het hoofd.
Foubister vermeldt nog de volgende casuïstiek: een kind van 10 jaar had astma. Hij gaf het Carcinominum D200, 4 x 1 dosis en daarna 1 dosis M. Het herstelde van de klachten. Een ander kind had tonsillitis, lange tijd enuresis en bovendien nefritis tot het elfde jaar. Carcinominum D30, D200 en M en later nog Sepia D12 en Coli bacillis mutabilis D200 zorgden voor een totaal herstel. Ook ha21 hij een patiënt met pemicieuze anemie. Deze gaf hij Carcinominum D200, 3 x per week. De patiënt genas volledig.
Praktijk
Bij verschillende ziekten of toestanden, heb ik succes gehad met Carcinominum D30 of hoger, weinig frequent. Zo heb ik een meisje met het Syndroom van Van der Hoeve met succes behandeld. Het trias `blauwe sclerae, café-au-lait gelaatskleur en osteogenesis imperfecta' deed mij denken aan Carcinominum. Een meisje van 4 jaar had al heel vroeg tonsillectomie, een verschijnsel dat in de familie voorkwam. Daarnaast klaagde de moeder erover dat het kind langzamerhand vol kwam te zitten met moedervlekken. Bij nauwkeurig anamnese bleek het kind wel kieskeurig en wispelturig te zijn. In de familie kwam vroegtijdige doofheid voor. Ik heb haar succesvol behandeld met Carcinominum D30, 1 x per week een dosis. De moedervlekken verdwenen geleidelijk.
Geneesmiddelbeeld
Kinderen zijn traag van geest. Ze hebben moeite om zich te concentreren en ze hebben een hekel aan conversatie. Ze zijn gevoelig voor een kritische opmerking of een standje. In verbetering van een dergelijke geestelijke retardatie staat Carcinominum op één lijn met Medorrhinum.
Deze kinderen zijn onberekenbaar kieskeurig. Ze kunnen een hekel hebben aan zout, melk, eieren, vet, vlees en fruit. Maar ze kunnen daar ook juist naar verlangen! Met Sepia hebben ze het gevoel voor muziek en ritme gemeen en de behoefte aan dansen. Daar worden ze niet moe van.
Een selectieve behoefte aan netheid hebben ze gemeen met Arsenicum album, Anacardium, Graphites en Nux vomica. Hierin staan ze tegenover Sulfur. Kinderen die goed op Carcinominum reageren hebben vaak een Natrium muriaticum-ouder.
Indicaties
- Slapeloosheid met carcinoom in familie-anamnese.
- Zowel verergering als verbetering aan zee komt voor bij Carcinominum
(ook bij Medorrhinum, Tuberculinum, Natrium muriaticum en Sepia). - Bij naderend onweer verbeteren de klachten, als bij Sepia.
- Neiging tot suïcide.
- Ganglion pols.
Dosering:
Hoog, liefst LM-potenties, vanaf LM VI